De serie waar ik nu mee bezig ben is nr 1 tot 62 zo uit mijn hoofd. De benaming van lord lister veranderd in lord lesly en daarna in john templar. Maar de nummers lopen gewoon door. Dit had met plagiaat destijds te maken. Het verhaal staat ergens in het klubblad. Uitgeverij "Libris", Antwerpen Verschenen 1946 Kenmerken 28 cm Aantekening Dit betreft de kort na de oorlog verschenen "Valse Listers" of "Antwerpse Listers", geschreven door Frans Buyle. Als de oude Lord Lister serie weer wordt opgestart wordt déze serie vanaf nr. 17 voortgezet als "Lord Lesly" en vanaf nr. 21 als "John Templar : belevenissen van een gentleman-avonturier". - Vanaf nr. 9 met de vermelding: voor Nederland: Amsterdam : Uitgeverij "Jedes", van nr. 31 is de uitgever: Amsterdam BHS Uitgeversbedrijf, voor België: Antwerpen : De Internationale Pers - Verschenen in 70 afleveringen met doorlopende nummering (Bron: Catawiki). - Formaat varieert Niet verder verschenen Lord Listerklubblad- nr. 116 -april 2010 16 De wereld van Raffles 28: Van inbreker naar heilige Kort na de oorlog verscheen er in België een aantal Lord Listers die bekend zijn geworden als de “Valse Listers’ of ‘Antwerpse Listers’. Het gaat om in totaal 70 afleveringen die verdeeld zijn in vier series met de namen Nieuwe Lord Lister serie, Lord Lesly, John Templar en John Rafles. De reden waarom ze ‘vals’ genoemd worden is dat ze niet verschenen zijn bij de reguliere uitgevers van de Listers, Eichler, de Roman- Boek en Kunsthandel of In den Ouden Windmolen. De laatste ‘echte’ Lord Lister was verschenen op 4 juni 1940; daarna was de publicatie stilgelegd. Toen de reeks niet meteen na de oorlog opnieuw verscheen, begon een paar enthousiaste Belgische auteurs met de uitgave van nieuwe verhalen. Er is al veel geschreven over het totstandkomen van deze uitgaven en over de verschillende uitgeverijtjes die zich daarmee bezighielden. Ik zal daar niet te diep op ingaan. De inhoud van deze verhalen heeft echter nog maar weinig aandacht gekregen. Als je ze leest, zie je een heel merkwaardig verschijnsel: de hoofdpersoon Lord Lister, die is ontleend aan de verhalen van Kurt Matull en Felix Hageman en anderen, verandert langzaam in de Saint uit de boeken van Leslie Charteris. Het is een verbazende transformatie, alsof Hercule Poirot langzaam een ander gezicht en een andere gestalte zou krijgen tot hij was veranderd in Perry Mason. Ik wil nu beschrijven hoe deze evolutie van adellijke inbreker naar burgerlijke heilige zich heeft voltrokken. Rafles duikt weer op Het uitgangspunt is het eerste verhaal in de Nieuwe Lord Lister serie. Het heeft de toepasselijke titel ‘Rafles duikt weer op’. De uitgave heeft op de omslag een ander logo en een hoekig getekende voorplaat van een onbekende tekenaar, die een aardig gevoel voor vlakverdeling en drama had, maar niet erg goed was in menselijke anatomie. Deze houterige tekeningen in zwartwit met een groene steunkleur zouden tot en met de Lord Lesly reeks op de omslag blijven staan. Na enkele afleveringen werd er een gemaskerd gezicht aan de voorplaat toegevoegd. De prijs was voor België fr.5.95 en voor Nederland 35 cent. Opmerkelijk was het onderschrift ‘genaamd John Rafles, nieuwe avonturen van den grooten onbekende.’ Raffles was dus veranderd in Rafles met één ‘f’. In het verhaal zelf werd Charles Brand veranderd in Charles Brent en James Henderson was James Handerson geworden. Ook anders was de identiteit van de hoofdrolspeler: vroeger heette Raffles eigenlijk Edward Lister, maar nu was dat Williame Aberdean, een variant Op William Aberdeen, een eerdere schuilnaam van de Grote Onbekende. Charles sprak hem ook aan als Williame in plaats van Edward en de naam Lister is in de boekjes ver te zoeken. Het zijn vreemde veranderingen. Wilden de auteurs bij een eventueel proces over auteursrechten kunnen beweren dat het om oorspronkelijke creaties ging? Dat zou naïef zijn want de overeenkomsten waren te groot. De spelling van al deze namen was veranderd maar de uitspraak was precies hetzelfde gebleven. Het verhaal speelde na de oorlog, dus grofweg in de tijd toen het werd uitgegeven. Charles en Williame hadden in de oorlog allerlei gevaarlijke klussen opgeknapt in de Intelligence Service. Daar waren ze in contact gekomen met de jonge politie-inspecteur Marlowe, die ook voor de inlichtingendienst werkte. Hij had veel van hen geleerd en vond ze sympathiek. Nu de oorlog was afgelopen, wilde Rafles weer gaan inbreken en zijn eerste doelwit was sir Plumland, omdat deze een groot kapitaal en zijn titel had verworven door aan de Britse troepen minderwaardig voedsel te leveren. (Let overigens op de naam: als iemand sir Pattmore Plumland zou heten - een heel onwaarschijnlijke naam - dan mag je hem wel sir Pattmore noemen maar nooit sir Plumland.) Raffles gebruikte bij de inbraak een boor die gebaseerd was op atoomsplitsing. In deze serie zien we dat de auteur kort na de kernexplosies in Hiroshima en Nagasaki een grote belangstelling heeft voor kernfysica, maar weinig begrijpt van de principes en de praktische toepassing. Zo heeft Rafles ook een duikboot op atoomkracht (de Nautulus, niet de Nautilus) en een vliegtuig met dezelfde aandrijfbron. (De wereld van Raffles 28: Van inbreker naar heilige 17) Een van de superschurken heeft een atoomkanon. De sympathieke inspecteur Marlowe had als belangrijkste doel in het leven het arresteren en ontmaskeren van John Rafles en deze keek daar met een welwillende glimlach naar. Marlowe’s chef, hoofdinspecteur Slowgate, geloofde niet in het bestaan van de Grote Onbekende. Inspecteur Baxter werd overigens genoemd als een politieman die vroeger bij Scotland Yard had gewerkt. Uit sportiviteit besloot Rafles om Marlowe een handje te helpen. Hij ging in vermomming bij Slowgate op bezoek en vertelde dat hij Rafles was. ’Denkt u werkelijk dat u hier ongestraft kunt binnendringen en mij bedreigen?’ vroeg Slowgate verontwaardigd. ”Dat weet ik niet alleen, maar daar ben ik zeker van!” antwoordde Rafles. Hij sloeg Slowgate in de boeien en wilde toen het politiebureau verlaten, maar Marlowe kwam binnen met een aantal agenten en arresteerde hem en sloot hem in een cel. Charles Brent was echter met James Handerson Rafles gevolgd. Ze vermomden zich en veroorzaakten een opstootje in het gebouw van Scotland Yard. Toen ze in de cel naast Rafles waren opgesloten, bevrijdden ze hun vriend met een zaagje van horlogeveerstaal, dat in heel veel toekomstige afleveringen de oplossing voor de problemen zou zijn. De vrienden overvielen de agenten die de cellen bewaakten en vermomden zich nu als politiemannen. Ze namen Rafles zogenaamd als gevangene mee naar buiten. Aan het einde stuurde Rafles aan Marlowe een briefje waarin hij hem voor de volgende keer meer geluk wenste; een element dat vanaf de alleroudste echte Lister veel werd gebruikt. Waar kwam deze nieuwe Lister vandaan? Over de ontstaansgeschiedenis is veel geschreven, met name door Anne Marinus (LLKN 41 p. 11- 14, 57 p. 28-43, 81 p. 38, 102 p. 15-16) John Rijpens (LLKN 91 p. 13) en vooral Danny de Laet (Lord Lister in Antwerpen). Het verhaal dat daaruit naar voren komt, is het volgende. De Antwerpse schrijver Frans Buyle had veel pulp gelezen, zoals de verhalen over Harry Dixon, Nick Carter en ook Lord Lister. Hij richtte samen met Liane of Julia Bruylants in 1946 uitgeverij De Toorts op, waarin hij spannende boeken publiceerde, ook een enkel boek van zijn eigen hand. Toen Buyle zag dat de uitgave van de oude Lord Listers niet door de oorspronkelijke uitgeverij werd hervat, wilde hij nieuwe verhalen over Raffles schrijven en uitgeven. Daarvoor stichtte het duo uitgeverij Libris. Volgens sommigen komt de naam van de eerste letters van Liane en Bruylants, maar het woord is ook een naamval van het Latijnse woord voor boek. Voor de distributie werkte hij samen met Frans Buyens, die mede-eigenaar was van het distributiebedrijfje Buteca. In november 1946 verschenen zes nummers uit de Nieuwe Lord Lister serie. De afleveringen kwamen onregelmatig uit. De serie was niet een groot succes en Buyle slaagde er niet in, zijn distributeur Buyens en zijn drukker Meva uit te betalen. Die besloten om het heft in eigen handen te nemen en zelf een reeks over Raffles te publiceren. Zij plaatsen een aankondiging daarvan in aflevering 6 van Libris: de reeks zou worden voortgezet als Nieuwe John Rafles serie. In december of januari begon inderdaad een John Rafles reeks - zonder ‘Nieuwe’ in de titel - die door Buyens en z’n vriend Vanderstappen was geschreven, maar die een wat ander karakter had. Deze reeks maakte gebruik van dezelfde soort hoekige tekeningen en dezelfde drukkerij Meva als de Nieuwe Lord Lister serie en kostte 2 cent meer. Hij ging ook over dezelfde personages, maar er waren verschillen. Charles heette nu opeens Kent in plaats van Brand of Brent en James heette Brigham. En in de eerste aflevering beging de auteur de grove fout om de geliefde inspecteur Marlowe te laten vermoorden. Dat gebeurde in het kader van de strijd tegen de bende van de geheimzinnige bendeleider Wilde. In deel 2 werd Wilde ontmaskerd als hoofdinspecteur Slowgate.Voor de makers van de eerder uitgekomen Nieuwe Lord Lister serie was dat natuurlijk volstrekt onaanvaardbaar omdat deze Marlowe en Slowgate op deze manier voor toekomstige plots onbruikbaar werden gemaakt. Later zouden ze gewoon doen of het niet gebeurd was en inspecteur Marlowe zou tot ver in de laatste reeks voorkomen. Het belangrijkste verschil was de stijl: Buyens en Vanderstappen konden niet erg goed schrijven en stapelden actie op actie. ( 18 De wereld van Raffles 28: Van inbreker naar heilige) Daarbij maakten zij heel lange zinnen; op een enkele bladzijde kon je diverse zinnen van meer dan honderd woorden tegenkomen. Ik deel de bewondering van De Laet voor Buyens niet. In januari 1947 begon Buyle bij monde van Mr. R. Victor een proces tegen Buyens. Het is opmerkelijk: de uitgever van de ene nagemaakte Lister klaagt de uitgever van de andere nagemaakte Lister aan wegens namaak. Buyle won: de John Rafles reeks werd na acht afleveringen beëindigd. Als de reeks niet van hogerhand was gestopt, was het wel door de slechte kwaliteit van de inhoud gebeurd. Het was leuk om te winnen, maar Libris had nu geen distributeur meer en ook geen drukker. Er lagen wel manuscripten, zoals aflevering 7 van de Nieuwe Lord Lister serie, die het vorige jaar was aangekondigd. Buyle kreeg nu hulp van de Nederlandse uitgever Jedes, in welke naam we J. de Slegte herkennen. Voortaan stond de publicatie op naam van Jedes en Libris. De Nieuwe Lord Lister serie werd voortgezet ergens in 1947. Desondanks zou de verschijning erg onregelmatig zijn. Een kip tussen de hanen? Het is gebruikelijk om te klagen over de kwaliteit van de valse Listers; ze zouden heel slecht geschreven zijn. Voor de Nieuwe Lord Lister serie is dat niet helemaal terecht. Buyle kon behoorlijke zinnen maken. De verhalen zijn geformuleerd in goed Nederlands en de verhouding tussen handeling en beschrijving is niet slecht. Het eerste verhaal heeft misschien een onwaarschijnlijke en weinig evenwichtige plot, maar de schrijver beheerste het werk steeds beter en sommige van zijn verhalen hadden de kwaliteit van een goede Hageman. In aflevering 3 en 4 verplaatste het verhaal zich naar de Verenigde Staten, waar de dochter van een miljonair ontvoerd werd voor een losgeld. De echte Lord Lister had dit al vaak meegemaakt, maar het verhaal van deze Ophelia Morgan zou een lange staart hebben. Bij een bevrijdingspoging belandde Charles in dezelfde cel als deze Miss Morgan en het werd de lezer wel duidelijk dat hij haar heel aardig vond. Rafles vermomde zich als de multimiljonair Morgan zelf en wist het duo te bevrijden. Inspecteur Marlowe ontdekte in deel 5, ‘De ontmaskering van John Rafles’, wie de Grote Onbekende was, maar hij maakte een afspraak dat hij zijn identiteit niet bekend zou maken. De mannen hadden veel sympathie voor elkaar. Nieuwe avonturen speelden zich af in verschillende delen van de wereld zoals Afrika. In deel 9 tot 12 kregen ze in Frankrijk te maken met professor Zukor, die een deel van de mensheid wilde uitroeien met een epidemie, de Groene Dood en later met een atoomkanon.Bij het bestrijden van deze krankzinnige geleerde werkte Rafles nauw samen met inspecteur Braccart van de Franse politie. Ook deze inspecteur wist de identiteit van Rafles, maar hij vervolgde hem niet. In de valse Listers wisten steeds meer mensen wie de Grote Onbekende was en dat was een belangrijk verschil met de oude Listers. Tussen de avonturen door kwam Ophelia Morgan bij de vrienden logeren, die van haar kant Charles Brent ook wel aardig vond. Ophelia wist wat de identiteit van Rafles was en hoe haar vrienden aan de kost kwamen. In het begin van avontuur 11, ‘een inbraak met vreemde gevolgen’, vroeg ze of ze mocht meedoen. Charles wilde dat wel, maar John Rafles was ertegen. Dat zou een nieuw element zijn tussen de soms wat hanige mannen. Toen John het drietal liet stemmen, koos James tot zijn verrassing dat ze mocht blijven. Voor het eerst sinds Henderson in het begin van de eeuw was toegetreden, werd de groep uitgebreid met een nieuw lid, en nog wel een vrouw. Hierdoor was het karakter van de valse Lord Lister verhalen permanent anders geworden dan dat van de originele Listers. De aanwezigheid van een vrouw bood namelijk nieuwe mogelijkheden. In de meeste delen werd ofwel John ofwel Charles gevangen genomen door misdadigers of door de politie; een enkele keer werd ook James in gepakt. Nu was het mogelijk dat de aantrekkelijke jonge vrouw gekidnapt en bedreigd werd door een enge crimineel en dat gaf een andere lading aan het verhaal.De geniale en gekke professor Zukor ontvoerde het meisje inderdaad en in een volgend deel werd ze ontvoerd door Zukor’s financier Populous. Ze zou in latere delen nog heel vaak gekidnapt en bevrijd worden. ( De wereld van Raffles 28:Van inbreker naar heilige 19.) Andere schrijvers zoals bijvoorbeeld Edgar Rice Burroughs gebruikten dat plotelement regelmatig in hun verhalen. Het was vaak de rol van Charles om bezorgd te zijn als ze aan een actie deelnam, maar Rafles liet haar als een volwaardig lid van het team grote risico’s nemen. Charles heette in deze verhalen nog steeds Brent, maar de auteur had de alternatieve naam van Rafles veranderd in sir John Neville die in een villa in Neuilly woonde. Veel avonturen speelden zich af in Frankrijk, een land dat voor een Belgische auteur misschien bekender was dan Engeland. Er kwam ook verandering in de hoofdstuktitels. In eerdere delen waren dit eenvoudige opschriften zoals ‘Hoofdstuk 11 ’Onverwacht bezoek’. Nu koos men voor de lange titels zoals die in de negentiende eeuw ook wel gebruikt werden: ’Hoofdstuk I Waar de lezer kennis maakt met Timotheus Kindness en James een nieuwe auto-motor construeert’ of ‘Hoofdstuk V Waarin de politie met vuurwapenen speelt en Ophelia een niesbui krijgt’. De hoofdstuktitels waren meer komisch dan informatief. Dergelijke opschriften werden ook gebruikt door Leslie Charteris in zijn verhalen over de Saint en zijn vertaler H. Van Kallen nam die stijl over in sommige van de populaire boeken die hij onder de naam Havank schreef. Deze stijl van hoofdstuktitels zou in de latere valse Listers worden voortgezet. Intussen was ook de spelling gemoderniseerd. In plaats van ‘Nieuwe avonturen van den grooten onbekende’ stond er bijvoorbeeld op de omslag gewoon ‘Nieuwe avonturen van de grote onbekende’ zonder naamvals-n. De omslagillustraties waren nog steeds gemaakt in dezelfde hoekige, primitieve stijl met de steunkleur groen. Vanaf deel 15 veranderden de namen van de hoofdpersoon opnieuw. Rafles werd behalve John Rafles ook wel John Templar genoemd, ‘een der vele namen van de Grote Onbekende’. De naam ‘John Templar’ verwees natuurlijk naar Simon Templar (of ST), de echte naam van de Saint. Charles heette voortaan Charles Houston en James Handerson was James Parker geworden. Het leek wel of de auteur steeds meer afstand van Lord Lister nam. Weer een nieuwe reeks In het zestiende deel werd een nieuwe reeks aangekondigd. Omdat de oude Lord Lister serie weer was opgestart, had men besloten om de Antwerpse reeks voort te zetten als ‘Lord Lesly, genaamd John Templar’. Binnenin werd de hoofdpersoon ook wel ook wel Lord Lesley genoemd. De nummering liep gewoon door. Lord Lesly droeg de voornaam van Leslie Charteris, de schepper van de Saint. Daarmee was de transformatie bijna voltooid. Na vier nummers (17 tot en met 20) waarin de avonturiers onder meer naar de Himalaya gingen, kreeg de reeks opnieuw een andere naam. De titel Lord verdween voorgoed en de reeks heette alleen nog maar ‘John Templar, avonturen van een gentleman-avonturier’ en later ‘John Templar, de grootste gentleman-gangster’. Wat opvalt is het buitenwerk, waarop fraai getekende platen te zien zijn van Piet Gertenaar, Helmert L. Miller en Anthony Hawthorn, weldra met rode steunkleur of in meer kleuren. Intussen was Lord Lister helemaal De Saint geworden, die ook werkte met diverse handlangers onder wie een vrouw, Patricia Holm. In de loop van 20 nummers verschoof de nadruk nog meer naar het bestrijden van meestermisdadigers zoals Dr. Petri die operaties op blote dames uitvoerde om hun herinneringen weg te nemen en te vervangen door een nieuw verleden. Rafles was nu een avonturier. Ook de toon was veranderd in vrolijke scherts. Deze overeenkomsten met een andere held konden geen toeval zijn. Toen Ophelia wilde meedoen in deel 11, had Rafles al verwezen naar de Saint: ’Het is niet de eerste maal dat een jonge vrouw deel zou nemen aan het soort avonturen dat wij meemaken. Blijkbaar bekommer jij je te weinig om het proza van Leslie Charteris en de wonderlijke, spirituele handelingen van de Saint! Ik raad je aan die verhalen te lezen, dan zul je merken dat de Saints beste en koelbloedigste partner, een jonge vrouw is die luistert naar de naam Patricia Holm.’ Waarschijnlijk was deze verschuiving naar een ander voorbeeld het werk van De Slegte. ( 20 De wereld van Raffles 28: Van inbreker naar heilige) Die wilde geen bonje hebben met Nelissen, de uitgever van de oude Listers. Misschien verwachtte hij, hij meer lezers te trekken door aan te haken bij de populariteit van de Saint. Anderzijds was het niet uitgesloten dat Bruna, die de boeken van Charteris uitgaf, dan boos zou worden. Opvallend is dat in de eerste helft van 1947 tijdelijk ook de nummers 2009 tot en met 2018 van de ‘echte’ Listers zijn gedrukt bij drukkerij Meva die de Nieuwe Lord Lister serie drukte. Het is mogelijk dat dit een compensatie van de kant van In den Ouden Windmolen en Nelissen was voor het niet meer uitbrengen van een reeks valse Listers. De Saint tegen Fu Manchu De ontwikkelingen hielden hier niet mee op. De hoofdpersoon werd voortaan Templar genoemd, meestal zonder John. Nog eenmaal veranderde zijn hoofdidentiteit, nu van sir John Neville naar sir Neville Carlisle. Charles bleef Houston en James bleef Parker. Er kwam echter nog een vrouw bij. Templar had in een bordeel in Le Havre een jonge vrouw bevrijd die door haar ontvoerder verslaafd was gemaakt aan de cocaïne; een cocaïnehoertje zouden we zeggen. Hij had deze Maryse Choisy genezen van haar verslaving, want hij was net als de originele Lister een bekwaam geneesheer. Ze was zijn onafscheidelijke vriendin geworden en we zien zelfs een keer dat hij bij haar in bed kroop, wat voor de oude Listers beslist ondenkbaar zou zijn. Ophelia Morgan was al enige tijd een vast lid van het team en ze trouwde zelfs met Charles en werd dus mevrouw Hous ton. John en Maryse gedroegen zich net als Charles en Ophelia als een getrouwd echtpaar en een groot deel van de vrolijke dialoog vindt plaats tussen de twee stellen. De komst van een tweede jonge vrouw betekende dat er nu ook een ander ontvoerd mocht worden. De verhalen begonnen steeds meer op Saint-avonturen te lijken. Plotdevices die vroeger werden gebruikt zoals verdwenen erfgenamen, vermommingen en dubbelgangers verdwenen. De eerste reeks was begonnen zoals de echte Listers: een adellijke gentleman-inbreker bestal de rijken en raakte daardoor in avonturen verwikkeld.’Maar hoe meer toch ligt me de strijd aan het hart tegen alle maatschappelijk onrecht, tegen de uitbuiters van de arme, tegen de geldhaaien, de rijke niets-nutten die hun geld, waarvoor gehele geslachten werden uitgezogen, aan idiote dingen verkwisten. ’De hoofdpersonen gingen nu niet meer uit stelen om geld te verwerven en over de armen werd nog maar zelden gesproken. Niet onverantwoordelijke rijke nietsnutten maar misdadigers werden bestreden. Verschillende superschurken gingen meer dan een enkele aflevering mee. Burggraaf Raoul de Savigny was een beschaafde dief zoals Templar zelf. De mannen deden beleefd tegen elkaar en duelleerden en stonden erop dat de ander een deel van de buit meenam. Een crimineel die vaker terugkwam, was de Octopus. In dezelfde jaren streed overigens The Spirit, de stripheld van Will Eisner, in de Verenigde Staten tegen een superschurk met die zelfde naam. De vijand die het meeste terugkwam was Dr. Cheng, de Chinese bendeleider die China weer machtig wilde maken en zelf keizer wilde worden. Slot Als we het hebben over valse Lord Listers, komt dat omdat de hoofdpersonen zijn overgenomen van de oorspronkelijke uitgever van Lord Listers. Laten we daarbij echter wel bedenken dat de schrijvers van de originele Listers op hun beurt de naam van Raffles hebben gestolen van de verhalen van E.W. Hornung, de schepper van Arthur J. Raffles. En dat Hageman in zijn Listers ook weer de namen van andermans literaire helden zoals Arsène Lupin gebruikte. Het was al voor 1900 gebruikelijk in de populaire literatuur om elkaars hoofdpersonen te stelen. De naam van Sherlock Holmes is op die manier vaker door anderen gebruikt dan de naam van wie ook. Dat werd onder meer gedaan door de eerste schrijver van Listers, Matull. De echte Listers waren evenmin echt als die valse Holmesen. ( Auteur Dick Berents )